Genesis 19:14

SVToen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.
WLCוַיֵּצֵ֨א לֹ֜וט וַיְדַבֵּ֣ר ׀ אֶל־חֲתָנָ֣יו ׀ לֹקְחֵ֣י בְנֹתָ֗יו וַיֹּ֙אמֶר֙ ק֤וּמוּ צְּאוּ֙ מִן־הַמָּקֹ֣ום הַזֶּ֔ה כִּֽי־מַשְׁחִ֥ית יְהוָ֖ה אֶת־הָעִ֑יר וַיְהִ֥י כִמְצַחֵ֖ק בְּעֵינֵ֥י חֲתָנָֽיו׃
Trans.wayyēṣē’ lwōṭ wayəḏabēr ’el-ḥăṯānāyw lōqəḥê ḇənōṯāyw wayyō’mer qûmû ṣṣə’û min-hammāqwōm hazzeh kî-mašəḥîṯ JHWH ’eṯ-hā‘îr wayəhî ḵiməṣaḥēq bə‘ênê ḥăṯānāyw:

Algemeen

Zie ook: Lot (persoon), Ondertrouw

Aantekeningen

Toen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּצֵ֨א

Toen ging

ל֜וֹט

Lot

וַ

-

יְדַבֵּ֣ר׀

en sprak

אֶל־

tot

חֲתָנָ֣יו׀

zijn schoonzonen

לֹקְחֵ֣י

nemen zouden

בְנֹתָ֗יו

die zijn dochteren

וַ

-

יֹּ֙אמֶר֙

en zeide

ק֤וּמוּ

Maakt op

צְּאוּ֙

uit

מִן־

uit

הַ

-

מָּק֣וֹם

plaats

הַ

-

זֶּ֔ה

deze

כִּֽי־

want

מַשְׁחִ֥ית

gaat

יְהוָ֖ה

de HEERE

אֶת־

-

הָ

-

עִ֑יר

deze stad

וַ

-

יְהִ֥י

Maar hij was

כִ

-

מְצַחֵ֖ק

als jokkende

בְּ

-

עֵינֵ֥י

in de ogen

חֲתָנָֽיו

zijner schoonzonen


Toen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!